“Mill scoort goed in het meedoen, de sociale samenhang is goed”

“Mill scoort goed in het meedoen, de sociale samenhang is goed”

Elly Meijnders had in het kader van de serie interviews over gezonde leefstijl een gesprek met Caren van Donzel, beleidsadviseur gezondheid bij de GGD.

Door Elly Meijnders

Elly Meijnders

De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) voert regelmatig een gezondheidsonderzoek uit. In het kader van de serie interviews over gezonde leefstijl had ik een gesprek met Caren van Donzel, beleidsadviseur gezondheid bij de GGD. Caren houdt van haar werk en is er enthousiast over.

“Onze GGD werkt voor 25 gemeenten. Een grote regio tot en met Tilburg en in de andere uithoek het Land van Cuijk. Het merendeel van de taken van de GGD is gezamenlijk bepaald, een klein deel wordt in overleg met iedere gemeente apart besproken. De meeste mensen kennen de GGD van de consultatiebureaus. Wij zijn er voor de mensen van 0 tot 100+”. Caren lacht om mijn gezicht.

Jullie hebben een grote onderzoeksafdeling, vertel er eens iets over.

“Ik laat je wat zien. Kijk, dit zijn wat wij schetsen noemen. Zijn de cijfers rood, dan wijkt het negatief af. Zijn de cijfers groen dan wijkt het positief af. Wij doen 1 keer in de 4 jaar een gezondheidsonderzoek voor 4 verschillende leeftijdsgroepen. Ja, één daarvan zijn de 65 plussers. De response op de vragenlijsten is ongeveer 50%, dat is voldoende. Daarmee kun je iets zeggen over elke gemeente. Wij vergelijken de cijfers met de hele regio en soms ook landelijk. Wat ik het mooie vind aan onze GGD dat de gegevens zijn ingedeeld in de nieuwe visie op positieve gezondheid”.

Vertel eens wat over de gemeente Mill?

Caren gebaart met haar handen: “Mill scoort goed in het meedoen, in het vrijwilligerswerk, de sociale samenhang is goed. Ja, de mensen in Mill doen met van alles mee. Ook vergeleken met de landelijke trend is de leefstijl in Mill beter dan in de regio En dan heb ik het over het gebied van roken, drinken, voldoende bewegen. Maar het stukje overgewicht, dat is te hoog”.

Dat klinkt heel tegenstrijdig, Caren.

“Ja, dat klinkt het ook. Je ziet veel in het nieuws op het ogenblik over leefstijl. Je leefstijl veranderen in plaats van medicijnen slikken. Maar het is geen eigen schuld dikke bult verhaal. Je moet van jongs af aan beginnen. Gezonde keuze moet de makkelijke en logische keuze worden, want later is het niet zo makkelijk om te zetten. Op je tachtigste verander je dat niet meer. En we moeten beseffen dat ongezond gedrag verantwoordelijk is voor bijna 20% van de ziektelast. Roken is nog steeds de grootste oorzaak en daarna ongezonde voeding. Ik geef toe, het is lastig, het is een lange termijn verhaal”.

Hoeveel boodschappen heb je nog voor ons, Caren?

Caren lacht breed naar me: “Zelf vind ik dit mooi om te vermelden, maar dat komt omdat ik van mijn werk houd. Er komen meer ouderen en de mensen worden zelf ook ouder, dus wij hebben te maken met een dubbele vergrijzing. Doordat mensen ouder worden en minder mensen dood gaan aan bepaalde ziekten, krijg je een stijging van mensen met chronische aandoeningen. Dementie veroorzaakt in 2040 de meeste sterfte en de hoogste ziektelast. Mensen overlijden dan minder aan hart- en vaatziekten en kanker, maar hebben wel meer te maken met chronische aandoeningen. De levensverwachting stijgt van 81,5 in 2015 naar bijna 86 in 2040. Dat is een cijfer van het RIVM dat net is uitgekomen, ja dat is een landelijke trend. De zorgkosten gaan enorm stijgen en de druk op de zorg ook, zeker op de mantelzorg. Daar moet je als overheid goed op inspelen”.

“Je leefomgeving, dus waar je woont, heeft grote invloed op je gezondheid”

De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) voert regelmatig een gezondheidsonderzoek uit. In het kader van de serie interviews over gezonde leefstijl had ik een gesprek met Caren van Donzel, beleidsadviseur gezondheid bij de GGD. Dit is het tweede deel van dit gesprek. Bij het vorige gesprek had Caren geconcludeerd dat, waar de levensverwachting stijgt naar bijna 86 jaar in 2040, de druk op de zorg enorm gaat stijgen.

Caren zegt, gedreven door haar enthousiasme voor haar werk: “Mensen blijven langer thuis wonen, zijn vaak langer alleen en daar kan eenzaamheid een oorzaak en gevolg van zijn. In Mill was 38% van de mensen eenzaam, in 2016 51%. Dat is een enorme stijging van eenzame ouderen hier. Eenzaamheid is een subjectief en persoonlijk gevoel. Je kunt, net als jij vertelt Elly, een heel weekend alleen zijn en niemand spreken en toch niet eenzaam zijn. De zingeving van het bestaan is heel belangrijk”. 

Wat bedoel je daarmee te zeggen?

“Bijvoorbeeld de vraag, waarom sta ik om 7 uur op? Dat is persoonlijk. Je kunt antwoorden: ik sta op omdat ik lekker wil wandelen want het is mooi weer. Of: ik wil een mooi boek lezen of ik ga met het koor zingen. Het is een utopie dat je alle eenzaamheid kunt wegnemen. Dat vraagt maatwerk, dat vergt persoonlijke gesprekken. En er bestaat een verschil tussen sociale en psychische eenzaamheid. Je moet dat herkennen, erkennen en bespreekbaar maken. Eenzaamheid komt zoveel voor, dat kun je niet

wegdenken”.

Het is veel fijner om er over te kunnen vertellen als je een na een leuke avond thuis komt. Maar als er niemand is om aan te vertellen………

Caren knikt: “Juist. En nu is het de doelstelling van de gemeente om dat percentage van 51% omlaag te brengen naar 48%. Je hebt gelijk, dat lijkt niet veel maar de ervaring in de grote steden is dat ook zo’n klein percentage een heel groot verschil maakt. Maar het is een moeilijk probleem dat je gezamenlijk met z’n allen moet aanpakken. Het taboe over eenzaamheid moet je het eerst aanpakken. En dan met de hele bevolking en niet alleen maar met een activiteit. Er moeten ontmoetingsplekken zijn met een lage drempel, eigenlijk helemaal zonder drempel waardoor mensen uit hun huis naar buiten kunnen of willen”.

Welke factoren spelen daar een belangrijke rol, Caren?

Caren geeft met haar handen aan: “De hele omgeving speelt een rol. Ook je leefomgeving, daar waar je woont, heeft invloed op je gezondheid. Verandering in je leefomgeving kan je positief beïnvloeden. En dit gaat dan over meer groen en voldoende goeie fiets- en wandelpaden. Veel groen heeft goede gevolgen, vermindert stress en zet meer aan tot bewegen”.

Zijn er ook negatieve invloeden in Mill?

“Zeker wel. Neem in de gemeente Mill geur en geluid. De vliegbasis in Volkel bijvoorbeeld. En er worden mensen gehinderd door de geur van veehouderijen. Natuurlijk zijn daar normen voor en is er ook veel aandacht voor. Maar beide zaken spelen in Mill wel iets meer in vergelijking tot de andere gebieden in het Land van Cuijk. Er wordt aan gewerkt, er komt een nieuwe omgevingswet aan die het mogelijk maakt om gezamenlijk met de inwoners te kijken naar de omgevingsinrichting. Ja, participatie wordt steeds belangrijker. En ik wil dit gesprek afsluiten met de positieve gezondheid die de GGD in het vaandel heeft. Wij moeten breed kijken wat voor de persoon belangrijk is. De ene heeft iets met groen, de ander geeft daar niets om. Het heeft te maken met het behouden en uitbouwen van je veerkracht. Om in te kunnen gaan op alles wat je in het leven tegenkomt”.